Kersentaart

Bekleed de bodem van de springvorm met bakpapier. Verwarm de oven voor op 175 °C . Doe de eieren met 125 g suiker in een hittebestendige kom. Klop de eieren met de suiker au bain-marie luchtig en gaar met een handmixer, dat duurt ongeveer 8 min.

Zeef de bloem, maizena, bakpoeder, cacao en het zout boven de kom en spatel voorzichtig erdoor. Schep het beslag in de springvorm, strijk de bovenkant glad en bak in ca. 30 min. gaar. Steek de satéprikker in het midden van de taart. Als de prikker er schoon uitkomt is de taart gaar.

Zeef ondertussen de kersen en vang de siroop op. Doe de siroop met de rest van de suiker in een steelpan en breng aan de kook. Haal de pan van het vuur en roer de kirsch erdoor.

Schaaf de chocolade met de dunschiller in krullen.

Haal de taart uit de oven en laat 5 min. afkoelen in de springvorm. Haal de taart eruit en laat helemaal afkoelen op een rek.

Klop ondertussen de slagroom met de klopfix en poedersuiker stijf. Doe in de spuitzak.

Snijd de taart overdwars in 3 gelijke plakken. Leg het bovenste stuk van de taart met de snijkant naar boven op je werkblad. Besprenkel met ⅓ van de kersensiroop en spuit er ¼ van het slagroommengsel op. Hou 10 kersen apart. Verdeel van de helft van de rest van de kersen over de slagroom.

Leg het middelste stuk van de taart op de kersen en besprenkel weer met ⅓ van de kersensiroop. Spuit er weer ¼ slagroom op en verdeel de tweede helft van de kersen over de slagroom.

Leg de derde plak van de taart, met de meest rechte kant naar boven, op de overige lagen. Besprenkel met de rest van de kersensiroop en spuit weer ¼ van de slagroom op de boven- en zijkant van de taart, strijk glad met het paletmes.

Spuit 10 toefjes slagroom op de bovenkant van de taart. Leg op elk toefje een kers. Verdeel de chocoladekrullen over de boven- en zijkant van de taart.