Typisch Surinaamse gerechten zijn o.a. bami, roti, pom, tjauw min en moksi alesi. De Surinaamse keuken is een smeltkroes van verschillende eetculturen die in het land te vinden zijn, allemaal gelieerd aan de geschiedenis van Suriname. Je vindt er de oorspronkelijke bevolking, Afro-Surinamers, Hindoestanen, Javanen en Chinezen. Elke bevolkingsgroep heeft zijn eigen gerechten en specialiteiten, maar die worden doorgaans in elk huishouden gegeten. Veel gerechten hebben dus hun oorsprong in een ander land, maar zijn in Suriname met de ingrediënten die daar beschikbaar waren geëvolueerd tot de huidige Surinaamse versie. Een aantal voorbeelden:

• Pom, BBR en erwtensoep

Pom is misschien wel hét nationale gerecht van Suriname. Het is waarschijnlijk geïnspireerd op een Joods gerecht met aardappelen, maar die worden niet geteeld in Suriname. Ter vervanging gebruikten de tot slaaf gemaakten de lokale tayer. BBR is een afkorting voor bruine bonen met rijst, nog zo’n voorbeeld met waarschijnlijke roots in Europa. Maar ook erwtensoep kent een Surinaamse versie.

• Roti en bara
  O.a. roti en bara zijn meegekomen met Hindoestaanse contractarbeiders die na de afschaffing van de slavernij in India (Indonesië en China) werden gehaald om te werken in Suriname. Roti is letterlijk vertaald: brood, en slaat dus ook op het ‘platbrood’ dat geserveerd wordt bij de ‘toespijs’ (bijgerechten). In Nederland is de versie van roti met kip massala, aardappelen en kousenband de bekendste.

• Bami en saoto

Ook uit Indonesië werden contractarbeiders gehaald. En hoewel deze van meerdere eilanden af kwamen, wordt deze groep Javanen genoemd. Via hen kennen we o.a. saoto soep (met soto ayam als oorsprong), nasi en bami.

• Tjauw min en cha siu
  Via Chinese contractarbeiders kent de Surinaamse keuken ook o.a. tjauw min (chow mein) en rode cha siu (geroosterd vlees).

• Pepre watra
  Dit is een gerecht van de oorspronkelijke bevolking. Het betekent letterlijk ‘peperwater’ en is een vissoep gemaakt met pepers en specerijen.

Een veelgebruikt ingrediënt is cassave, een wortelknol. Dit werd al door de oorspronkelijke bevolking verbouwd en is, omdat het voorhanden was, in veel gerechten te vinden. Bekende gerechten met cassave zijn bijvoorbeeld bojo (cassavecake) en telo (cassavefriet en bakkeljauw).