Indonesische en Indische recepten

Op deze pagina vind je Indische, Indonesische én op die keukens geïnspireerde recepten. Wat daartussen precies het verschil is, hoe je de allerlekkerste rendang maakt en hoe je een klassieke gado gado bereidt: je leest het hier!

Ingrediënten

Bereiding

Indische en Indonesische gerechten: wat is het verschil?

Indische en Indonesische gerechten: wat is het verschil?

De Indische keuken is een samensmelting van de Indonesische keuken, de Chinees-Indonesische keuken én de Europese keuken en stamt uit de tijd van Nederlands-Indië. In 1816 was dat de benaming voor alle door de Nederlandse staat gekoloniseerde gebieden in de Indische archipel (het huidige Indonesië). De kolonisten ontdekten in Indonesië de lokale eetgewoonten en ingrediënten, die vervolgens werden aangepast aan hun smaak. Toen na de oorlog veel Indische Nederlanders naar Nederland kwamen, namen ze de Indische eetcultuur mee. Ingrediënten die hier niet verkrijgbaar waren, werden vervangen door Nederlandse producten en de gerechten raakten hier helemaal ingeburgerd. Voorbeelden van Indisch eten zijn de rijsttafel, Indische gehaktballetjes en nasi goreng, die hier transformeerde tot hoofdgerecht in plaats van ontbijt.

Gado gado: wat is het en hoe maak je het?

Gado gado: wat is het en hoe maak je het?

Gado gado betekent ‘gemengd’. Traditioneel horen er behalve pindasaus geblancheerde sperziebonen, spitskool, taugé, komkommer, tofu en/of tempeh en een gekookt eitje bij. Die saus bestaat naast pinda’s uit palmsuiker, knoflook, pepers, soms trassi, tamarinde, limoensap en vaak limoenblad. De droge ingrediënten worden fijngestampt in een cobek en ulekan (vijzel) en verdund met tamarinde en limoen. Het verschilt per streek hoe gado gado geserveerd wordt.

Rendang: wat is het en hoe maak je het?

Rendang: wat is het en hoe maak je het?

De geboortestreek van rendang, Sumatraans gekaramelliseerd rundvlees met kokos, is Padang, West-Sumatra. Rendang betekent zoiets als 'heel lang stoven'. Het kookproces bestaat uit drie fasen. In fase een spreek je van gulaï; de kokosroom is dan nog niet verdampt. In het tweede stadium is de kokosroom deels ingedikt, maar nog behoorlijk nat. Dit is de sauzige variant die we in Nederland als rendang kennen, maar officieel kalio heet. In de laatste fase is het meeste vocht verdampt. De suikers in de kokosroom karamelliseren en de rendang wordt donkerbruin.