Glühwein, mulled wine in het Engels, is rode of witte wijn die wordt verwarmd met winterse specerijen en citrus – vaak sinaasappel. Soms wordt de drank gezoet met suiker of honing, of aangevuld met een sterke drank zoals likeur of gin. Kies als basis voor een eenvoudige, stevige, volle wijn zoals merlot of shiraz. Verwarm de wijn zachtjes met de verschillende specerijen, maar verhit de drank niet boven de 70 °C. Als je de glühwein laat koken, verdampt namelijk een deel van de alcohol (niet alles, want ook na uren koken zit er nog alcohol in). Bovendien krijgt de wijn meer smaak van de specerijen als je hem op lage temperatuur laat trekken.

De volle, zoete, kruidige smaak van glühwein doet het goed bij hapjes met stevige smaken. Maak bijvoorbeeld deze kerstkrans van knakworsten en bladerdeeg, of serveer de wijn bij verschillende soorten bruschette (geroosterd brood met verschillende toppings). Glühwein is ook lekker bij een kaasplank met uitgesproken smakende kazen, waar je dunne crackers bij eet om tussendoor de smaak te neutraliseren. Maar ook in combinatie met good old oliebollen: klassiek zoet of zelfs hartig!