Laat het filodeeg in de verpakking ontdooien. Verhit een koekenpan zonder olie of boter en rooster de pistachenoten 3 min. Laat afkoelen op een bord. Maal de noten heel fijn in het hakmolentje van de staafmixer, houd 3 el apart. Smelt in een kleine pan de boter met de honing 3 min. en haal van het vuur.

Breng in een steelpan het water met de suiker aan de kook. Laat op laag vuur 20 min. zachtjes doorkoken tot een kleurloze siroop. Pers de halve citroen uit. Neem de pan met siroop van het vuur, meng er 1 el citroensap door en laat afkoelen.

Verwarm de oven voor op 165 °C. Leg ondertussen een vel ontdooid filodeeg op het werkblad en bestrijk lichtjes met wat honing-boter. Bestrooi met een dun laagje gemalen pistache. Bedek met een tweede vel filodeeg en bestrijk ook dit met honingboter en bestrooi met pistache. Bedek met een 3e vel en bestrijk ook met honingboter. Rol de 3 vellen vanaf de korte zijde strak op tot een rol. Leg de rol in de ovenschaal. Herhaal dit tot alle vellen op zijn, je hebt dan 6 rollen die stevig tegen elkaar in de ovenschaal passen.

Bestrijk de rollen met de rest van het honing-boter-mengsel en snijd in de breedte in vieren, zodat je 24 stukjes krijgt. Bak de stukjes baklava ca. 30 min in de oven tot ze goudbruin en gaar zijn.

Neem uit de oven en besprenkel direct met de afgekoelde siroop, laat minimaal 2 uur intrekken. Bestrooi de bovenkant van de baklava met de achtergehouden gemalen pistachenoten.