Tiramisu is van oorsprong een Italiaans dessert. De naam betekent iets als ‘trek mij omhoog’ of ‘maak mij blij’. Logisch, want wie wordt er niet gelukkig van tiramisu? Het gerecht bestaat traditioneel uit een aantal verschillende lagen van lange vingers besprenkeld met sterke espresso en marsala, mascarpone en geklopt ei én zacht geklopt eiwit met suiker. On top? Cacao natuurlijk! De perfecte finishing touch.
Het recept voor tiramisu zoals het sinds 1980 voorkomt in Italiaanse kookboeken, wordt gemaakt met marsalawijn: een versterkte wijn, gemaakt van inheemse druiven als grillo, catarratto en inzolia. Marsala rijpt altijd in houten vaten. Zoals bij veel klassiekers bestaat er discussie over welke ingrediënten ‘oorspronkelijk’ in tiramisu thuishoren. Daarom kun je ook variëren met andere dranken, zoals amandel- of koffielikeur, of kiezen voor een variant zonder alcohol.
Tiramisu kun je maximaal 24 uur bewaren in de koelkast. Het Italiaanse nagerecht is ook in te vriezen, hoewel dat de smaak en textuur niet ten goede zal komen. Laat de tiramisu eerst opstijven zoals voorgeschreven in het recept en vries het daarna in. Tiramisu is in de vriezer 2 maanden houdbaar. Eet het na het ontdooien wel direct op (maar dat zal geen probleem zijn)!
INGREDIĆNTEN 09:14
200 ml espresso
4 middelgrote eieren
125 g fijne kristalsuiker
500 g mascarpone
250 g lange vingers
10 g cacaopoeder
ovenschaal (20 x 30 cm)
theezeefje
Eiwitten kloppen
Zet de espresso en laat afkoelen. Splits de eieren, houd de dooiers apart. Doe de eiwitten in een schone, vetvrije kom en klop met een mixer met schone, vetvrije gardes stijf.